Les en vormen
Aandachtspunten tijdens de les:
houding, rug, schouders, ellebogen, kniebuiging, ademhaling
per leerling individuele aandachtspunten;
hoe is de houding van de leerling (scheefstand, gebogen schouders, kromme rug.
gespannen of té ontspannen (houding rug, schouders, handen, ellebogen…)
Bij inschrijving wordt gevraagd of hij/zij specifieke klachten of een speciale handicap heeft, waar tijdens de les meer aandacht aan gegeven moet worden.
Ademhaling:
Vooral bij qi gong is de ademhaling van groot belang voor het sturen van de qi,
maar ook bij taiji wordt er op gelet dat de leerling op de juiste manier en tijdstip gebruikt maakt van zijn/haar ademhaling (hoog of laag).
Er zijn verschillende loopvormen. Waar mee begonnen wordt is de Peking-vorm, of wel de 24-vorm.
Vaak wordt vooraf nog de 1m-vorm gedaan. Deze laatste bestaat uit alle bewegingen van de 24-vorm, maar steeds terugkerend naar de plaats waarop begonnen is.
Waarbij tevens alle bewegingen naar links, maar ook naar rechts worden gemaakt.
Na de 24 volgt meestal de 108-vorm. Naast de loopvormen zonder wapens, worden er ook vormen met b.v. zwaard gelopen.
Zo is er de 42-zwaard vorm, qun lan jian(pappa-zwaard vorm), of een waaiervorm.
Ook de iets krachtigere vorm zoals de Chen -stijl (de 56-vorm) en de gevarieerde 42-vorm wordt aan de gevorderde leerling onderwezen.
Pushing-hands is een onderdeel wat ook aan bod komt. Om niet altijd met yin-vormen bezig te zijn wordt er ook aan Ba Gua en Wu Xing Yi gedaan.
Deze vormen kenmerken zich door het snellere bewegen en het meer wenden van het lichaam.
houding, rug, schouders, ellebogen, kniebuiging, ademhaling
per leerling individuele aandachtspunten;
hoe is de houding van de leerling (scheefstand, gebogen schouders, kromme rug.
gespannen of té ontspannen (houding rug, schouders, handen, ellebogen…)
Bij inschrijving wordt gevraagd of hij/zij specifieke klachten of een speciale handicap heeft, waar tijdens de les meer aandacht aan gegeven moet worden.
Ademhaling:
Vooral bij qi gong is de ademhaling van groot belang voor het sturen van de qi,
maar ook bij taiji wordt er op gelet dat de leerling op de juiste manier en tijdstip gebruikt maakt van zijn/haar ademhaling (hoog of laag).
Er zijn verschillende loopvormen. Waar mee begonnen wordt is de Peking-vorm, of wel de 24-vorm.
Vaak wordt vooraf nog de 1m-vorm gedaan. Deze laatste bestaat uit alle bewegingen van de 24-vorm, maar steeds terugkerend naar de plaats waarop begonnen is.
Waarbij tevens alle bewegingen naar links, maar ook naar rechts worden gemaakt.
Na de 24 volgt meestal de 108-vorm. Naast de loopvormen zonder wapens, worden er ook vormen met b.v. zwaard gelopen.
Zo is er de 42-zwaard vorm, qun lan jian(pappa-zwaard vorm), of een waaiervorm.
Ook de iets krachtigere vorm zoals de Chen -stijl (de 56-vorm) en de gevarieerde 42-vorm wordt aan de gevorderde leerling onderwezen.
Pushing-hands is een onderdeel wat ook aan bod komt. Om niet altijd met yin-vormen bezig te zijn wordt er ook aan Ba Gua en Wu Xing Yi gedaan.
Deze vormen kenmerken zich door het snellere bewegen en het meer wenden van het lichaam.